Naomi Goodsir maakt Australische parfums met Frans DNA

Hoewel Naomi Goodsir een flamboyante verschijning is houdt ze het graag anoniem: je zult maar zelden een portret van haar zien.

Een tijd geleden ontmoette ik Naomi Goodsir, een Australische hoedenontwerpster/kunstenares met een reeks parfums. Correctie: eigenlijk zijn het twee personen, haar Franse partner Renaud Coutaudier drukt evenzeer zijn stempel op het merk als zij. Zij is de creatieve helft, hij heeft de technische en zakelijke kennis. Omdat het koppel al jaren in Zuid-Frankrijk woont, het mekka van kwaliteitsingrediënten en parfum know how zijn de parfums misschien meer Frans dan Australisch. Behalve Goldfield & Banks ken ik niet zoveel Australische parfumhuizen, maar ik associeer Australië meer met ongedwongenheid dan met verfijning.

Bovendien is Naomi Goodsir in de eerste plaats een kunstenares, waardoor de parfums dan ook geen doorsnee luchtjes. Hoewel Renaud gepokt en gemazeld in de parfumindustrie is, is hij geen parfumeur. Naomi was zelfs een absolute leek toen ze Renaud ontmoette. “Niemand droeg parfum in mijn familie. Toen Renaud me voorstelde om parfums te maken had ik aanvankelijk geen interesse, omdat ik er niets over wist. Ik weet altijd goed waar ik mee bezig ben.”

Een verhaal van vriendschap en tot het uiterste gaan

Het koppel verhuisde uiteindelijk naar Zuid-Frankrijk, de bakermat van de parfumingrediënten. Naomi kreeg een bad in de parfumcultuur en ging uiteindelijk overstag. Toen ze Julien Rasquinet ontmoetten klikte het meteen. “Julien was toen een beginnend parfumeur die we ontmoetten bij Art & Parfum (nvdr: het bedrijfje van de legendarische parfumeur Edmond Roudnitska, gespecialiseerd in kwalitatieve grondstoffen). Een magische plek, overigens! Olivier (nvdr: Maure, de zaakvoerder) gaf me enkele meiklokjes uit de tuin die Roudnitska inspireerde om Diorissimo te maken. Ik heb ze gedroogd in een boek.” Rasquinet maakte 2 parfums voor Naomi Goodsir: Bois d’Ascèse en Cuir Velours. Daarmee trokken ze in 2012 naar de Pitti Fragrance beurs in Milaan.

“We waren nog nooit op een parfumbeurs geweest. We kwamen daar aan met ons opgezet hert, een installatie die ik had gemaakt: ‘La Biche à la Française’. Heel naïef hoopten we dat we toch 1 fles zouden verkopen. Mocht dat niet gebeuren, dan hadden we parfum voor de rest van ons leven! (lacht). We hadden geen plan, het ging ons niet om het verkopen, wel over expressie, we maken dingen voor onszelf.” Dat verklaart hun betrokkenheid. Ze maken zich er niet vanaf met een briefing, maar zitten er bovenop. “We werken met 3 parfumeurs: Julie Rasquinet, Isabelle Doyen en Bertrand Duchafour. We beschouwen hen als vrienden. Al pushen we hen echt tot het uiterste. Soms werken we jaren op een geur (nvdr: zo werkte Duchafour al sinds 2013 op Corpus Equus die pas dit jaar werd gelanceerd), tot het helemaal goed zit. Anders lanceren we niet.”

Hoe gaan jullie te werk?

“We zien parfums als onzichtbare accessoires die toch erg tastbaar zijn, een natuurlijke verlenging van de wereld van Naomi Goodsir. Ik heb een zeer tactiele benadering. Ik ben altijd geïnspireerd geweest door textuur: leer, stoffen, … Je kunt overal ideeën vinden, maar je weet niet op voorhand waarvoor ze zullen dienen. Je absorbeert ze, ze voeden je en uiteindelijk komen ze op een bepaald moment naar boven: in de vorm van een parfum, een accessoire of een installatie…  Zo had ik leder gekocht om accessoires te maken, maar uiteindelijk is het een installatie voor de etalage van Necessities geworden. Ik heb het lamsleer gedrapeerd op een paardenhoofd dat ik al had gemaakt. Het is ook een hommage aan Margiela, omdat de winkel in Antwerpen is.”

Buikgevoel volgen

Na al die jaren gaan we nog steeds erg intuïtief te werk. Hoewel ik naarmate ik ouder word steeds beter weet waar ik van houd+ en niet. Ik denk nu dat het ok is om nee te zeggen. Wat ik ontwerp is niet voor iedereen en is niet overal te vinden en dat is ok. Het is een natuurlijke, organische evolutie. Het is moeilijk om er een bepaalde richting of etiket op te plakken, want het kan echt alle kanten nog uitgaan.”

“We werken altijd in kleine hoeveelheden, wat we aankunnen, dus dat zal niet snel gaan veranderen. Maar het is ok om je eigen ritme te volgen. Zeker in een industrie waar alles zo snel gaat: mensen ontwerpen heel snel om het zo snel mogelijk te kunnen verkopen. Dat doen wij niet. We kunnen niets maken waar we zelf niet van houden. Daarvoor vertrouwen we op ons buikgevoel. We proberen nog altijd bij te leren en we maken nog altijd fouten, maar we gaan onze eigen weg. Want je verliest altijd als je gaat concurreren.”

Welke rol spelen parfums in jullie dagelijks leven?

Renaud draagt wel elke dag parfum, ik niet. Voor mij zijn parfums moodboosters, onzichtbare accessoires. Ik heb wel voorkeuren maar uiteindelijk hangt het van mijn stemming af. Het gaat om iets voelen, om je goed voelen. Ik houd van geuren die niet iedereen aangenaam vind. Mijn geuren zijn industrieel, country, dirty.

Wie draagt jullie geuren?

“Eerder creatieve mensen. Ik ben altijd verrast dat mensen sterke geuren dragen. Maar verder heeft Naomi Goodsir niet echt een typische klant, het zijn gewoon mensen die van parfum houden.” 

Bois d’Ascèse (2012)

Noten: tabak, whiskey; labdanum, amber, kaneel, wierook, ceder, eikenmos

Inspiratie: “In Australië had ik ooit een kapel in cypreshout, in de regio waar ik ben opgegroeid. Het was 5,5 u rijden van Sidney, dus ik logeerde in de buurt om het te renoveren. Op een hete zomer zorgde een blikseminslag voor erge bosbranden. Omdat alle brandweerlui in de buurt druk bezig, probeerden we zelf het vuur te bestrijden op ons terrein.”

Geurbeschrijving: De aroma’s van brandend hout, de wierook van een kerk, maar ook een whisky noot -als knipoog naar de Ierse roots van Naomi-, maken van Bois d’Ascèse misschien wel een van de meest persoonlijke geuren van het merk. Het is een rokerige houtgeur waar wierook domineert. De whisky noot tempert het rokerige en maakt het wat ronder. Wanneer de rook optrekt blijft een fantastische basis over die een comfortabel gevoel geeft. Het is een geur die niet echt werkt op papier, je moet hem op je huid proberen. Maar dat geldt eigenlijk voor alle Naomi Goodsir parfums.

Cuir Velours (2012)

Noten: leer, zoet, amber, warm, kruidig, tabak, muskus, rum, hout, rook

Inspiratie: de textuur van lamsleder

Geurimpressie: De eerste indruk is poederachtig, op een snoepjesmanier. Alsof de poedersuiker over een bordje After Eights (chocolaatjes met muntsmaak) is gevallen. Dan komt de fijnste suède boven, die me vaag herinnert aan Daim Blond van Serge Lutens. Je ruikt verschillende lagen: poederigheid, het daim , iets zilt dat extra reliëf aan de warme (fantastische) basis geeft. Een aanrader wanneer je van chique poedergeuren houdt.

Or du Serail (2014)

Noten: fruit (mango, appel, rode bessen, sinaasappel), honing, tabak, amber, vanille, rum, kokos, mate, ylang ylang, salie, geranium, hout.

Inspiratie: “Ik zag een chaise longe in appelgreen velours voor me, op een tapijt in geel, oranje en rood waar het gouden licht van de namiddag op valt. Bertrand had Istanbul in gedachten, waar mannen hun chicha (waterpijp) roken.”

Geurimpressie: Or du Serail is een genereuze tabaksgeur met vanille. Een gourmand voor volwassenen, met geconfijt fruit (rode bessen, mango, groene appel) gedrenkt in honing. Kokos en ylang ylang geven een zonnige indruk, waar amber, vanille en rum de nodige warmte aan toevoegen.

Iris Cendre (2015)

Noten: kruiden, bloemen, mandarijn, bergamot, amber, iris, viool, wierook, tabak, labdanum

Inspiratie: “De vochtige muren van een boekenwinkel die we in Rome bezochten, en de catacomben van twee Romeinse families. Het is een irisgeur, maar niet poederig, zoals de meeste irisparfums. Alsof de poeder is verdampt, en de wortels uit de vochtige grond zijn getrokken.”

Geurimpressie: Iris is wellicht de minst bloemige geur van de bloemen. Dat komt omdat niet de bloemblaadjes maar de bol wordt gebruikt. Wanneer je die laat drogen ontwikkelt hij een poederig, niet-zoet aroma. Dat is de basis van deze geur, die met viooltjes opent, waarna een zeepnoot opduikt die ongemerkt verdampt in de nevels van een subtiel wierook.

Nuit de Bakelite (2017)

Inspiratie: “Ik wilde een tuberoos, maar eentje die nog niet bestond. Dit is het enige parfum waarvan de naam al vast stond voor we de geur afwerkten. ‘Nuit’ omdat het een tuberoos is (nachthyacint) en ‘bakelite’ omdat ik van dat materiaal houd. En tuberoos heeft ook een rubberachtig, latex geurfacet. Volgens Isabelle (nvdr: Doyen, de parfumeur) is het een tuberoos in een leren kooi. We hebben Isabelle echt gepusht, haar zoveel opnieuw laten maken dat ik uiteindelijk gegeneerd was. Maar dat vond ze niet erg. Wanneer ik nog maar eens een nieuwe versie vroeg gaf ze me er 6. Ik vind haar fantastisch, zo getalenteerd en geduldig.” Het heeft alleszins geloond: Nuit de Bakelite kreeg als eerste Australische merk een prestigieuze Fifi parfum award.

Geurimpressie: Nuit de Bakelite is een groene bloemengeur waar je tuberoos van een heel andere, zeer groene kant ontdekt. Het heeft meer weg van een groene chypre uit de jaren 70 dan de bekende femme fatale klassiekers à la Fracas of Giorgio. Het enige wat Nuit de Bakelite met die twee iconen gemeenschappelijk heeft is zijn nucleaire kracht. Ik ben doorgaans geen fan van tuberoos omdat het zo overweldigend is. Ook van het typische ‘kauwgom’facet ben ik niet wild. Het groene karakter is veel minder courant en daarom eens zo intrigerend. Een originele geur!

Corpus Equus (2021)

Geurnoten: rokerig, leer, hout, dierlijk, amber

Inspiratie: De witte halfbloed van Naomi. “Tequila was deels Arabisch en had veel temperament. Als je hem riep en hij was  slecht gezind dan liet hij zijn tanden zien en kwam op je afstormen. Pure bluf, maar 1 x stopte hij niet… Niemand wilde op hem rijden, maar ik had een ongelooflijke band met hem. We waren een goed team om te springen, ik was gek op hem. Ik vertelde Bertrand (ncdr: Duchafour) over de neus van het paard, het zachtste plekje. Ik wilde dat je de haren rond de mond voelt. We discussieerden over de reflectie van het licht op de zwarte deken van het paard. Het is een heel visueel, tactiel parfum geworden: je kunt het paard haast aanraken. Je ruikt de natte vacht wanneer je het zadel afneemt na een koers. En de omgewoelde aarde.”

Geurimpressie: Corpus Equus laat meteen zijn tanden zien: je ruikt een rokerige, donkere stal, die tegelijkertijd elegant en dierlijk is. Ik herken leer, rokerige Lapsang Souchong thee, roos en paardenmest (dat stinkt niet, vind ik) in een fascinerende cocktail. Wanneer de dierlijkheid gaat liggen komt de wierook door. Dat klinkt allemaal erg zwaar -en dat is het ook, Corpus Equus is echt niet voor beginners- maar het blijft altijd elegant. Uiteindelijk krijgt het zelfs iets comfortabel. Een hele prestatie (waar Duchafour dan ook 8 jaar op heeft gezwoegd). Dit is mijn ‘don’t mess with me’ parfum.

Info

Naomi Goodsir parfums eau de parfum . Te koop bij Necessities in Antwerpen, Kroonen en Brown en Senteurs d’Ailleurs in Brussel. www.naomigoodsir.com

Lees ook

Goldfield & Banks zet Australische ingrediënten in de kijker

Wat zijn de opmerkelijkste parfumtrends?

James Heeley, een parfumeur van alle markten thuis

Dit artikel delen op
Sofie Albrecht
Sofie Albrecht