Hoe hoger de SPF, hoe beter?

Foto: Armin Rimoldi voor Pexels

De eerste zonnige dagen hebben we achter de rug, dus diepen we onze zonnecrème weer op. Maar moet je enkel letten op de SPF factor of zijn er ook nog andere zaken belangrijk? Hoe werken zonnefilters precies en hoe weet je of je voldoende beschermd bent?

Wat is zonlicht?

Zonlicht bestaat uit infraroodstralen die warmte geven en UV-licht dat gevormd wordt door UVA-, UVB- en UVC-stralen. Deze laatste stralen zijn het kwalijkst, maar worden gefilterd door de ozonlaag. UVB-stralen zijn korte lengtegolven die roodheid, irritaties (jeuk of prikken) en zelfs zonnebrand kunnen veroorzaken. UVA-stralen hebben een langere golflengte en gaan bijgevolg dieper in de huid. Daarom richten ze ook meer schade aan, zoals vroegtijdige huidveroudering, verminderde immuniteit en zelfs huidkanker. Ze zijn er het hele jaar door en gaan door wolken en glas heen. Ze hebben ook een desastreus effect op de huid. Op lange termijn tasten ze de werking van de genen aan. Maar ze hebben ook een instant effect op de huid: ze maken de teint valer, de huid ruwer en laten haar sneller verouderen.

Een zonnebankkuur als voorbereiding op een zonnige vakantie is dus geen goed idee, dat doet de schade alleen maar hoger oplopen. Het stimuleert wel de huid om zichzelf te verdedigen door pigment aan te maken en dikker te worden. Maar de bescherming die deze oppervlakkige bruining biedt heeft het equivalent van een SPF 4. Een kleurtje maakt zonnecrème dus zeker niet overbodig.

Hoe hoger de SPF, hoe beter?

De SPF factor die op de tube wordt vermeld slaat enkel op de UVB-bescherming. De mate van UVA-bescherming wordt met 1 tot 4 plusjes aangeduid. Maar doorgaans is het slechts een derde van de aangegeven UVB-bescherming. De SPF factor kies je in functie van je fototype, de plaats of sterkte van de zon en de tijd die je buiten doorbrengt. Je fototype wordt bepaald door het pigment in je haar en huid en de gevoeligheid van je huid voor verbranding. Maar staar je niet blind op een getal. Geen enkele crème biedt een volledige bescherming. Het verschil tussen een SPF 15 en een SPF 50 is slechts 6%: een 15 houdt 93% van de stralen tegen, een 50 99%.

een hoge SPF voegt dus in verhouding weinig extra bescherming toe, behalve een hoger risico op irritaties of allergie. Dat heeft te maken met het gehalte aan chemische filters (bijvoorbeeld Octocrylene, Tinosorb, Oxybenzone, …) die ze bevatten. Deze dringen door de huid waar ze de energie van de UV-stralen absorberen. Daardoor geven ze ook meer aanleiding tot huidreacties. In tegenstelling tot minerale filters (titaniumdioxide, zinkoxide), micropigmenten die als een film op de huid de UV-stralen weerkaatsen.

Mineraal, chemisch of een combinatie?

Sommige producten gebruiken uitsluitend minerale filters. De meesten combineren beide filtertypes, voor een zo breed mogelijke bescherming. Soms bevatten ze ook anti-oxidanten (vitamine C en E, resveratrol, betacaroteen) om vrije radicalen te neutraliseren en celbeschadiging te vermijden.

Hogere SPFs geven bovendien een vals gevoel van veiligheid: mensen zien het vaak als een vrijgeleide om langer in de zon te blijven. Maar een zonnecrème is net ontwikkeld om de waarschuwingssignalen van je huid (roodheid, irritaties, jeuk, …) te onderdrukken. Dat betekent dus niet dat de huid geen schade heeft opgelopen. De huid kan maar een beperkte dosis zon op een bepaalde tijd aan. Elke twee uur opnieuw smeren dus, ongeacht de SPF.

Een andere reden om een hoge SPF met een korrel zout te nemen is dat mensen veel minder product gebruiken dan men in de labo’s doet. Om de bescherming te krijgen die het product aangeeft moet je minstens 2 milligram per vierkante centimeter aanbrengen. Concreet: een halve theelepel voor het gelaat en een golfbal voor het lichaam. Gemiddeld gebruiken we echter de helft, waardoor we minder beschermd zijn dan we denken.

Zonnecrème met toegevoegde waarde

Steeds meer merken zien ook het nut in van antioxidanten (bv vitamine C & E, resveratrol, betacaroteen, co-enzyme Q10, enzv). Dat zijn stoffen die vrije radicalen neutraliseren zodat ze geen schade kunnen berokkenen aan de cellen. Bepaalde voedingsmiddelen zijn een bron van antioxidanten: groene thee, tomaten en fruit als bessen, appels, aardbeien, watermeloen. In de handel vind je steeds meer voedingssupplementen die claimen om beter, mooier en gezonder te bruinen. Al zal het Mediterraans dieet (vis, olijfolie en veel groenten en fruit) ook voor de nodige antioxidanten zorgen. Toch heeft het ook zin om ze rechtstreeks op de huid aan te brengen. Bij orale inname moet de huid zijn portie vitaminen en antioxidanten immers delen met de andere organen. Ze worden bijgevolg steeds populairder in dagcrèmes, maar ook in zonnecrèmes.

Lees ook:

Zo kies je een zonnecrème

Zonnecrème nodig? Check eerst de reviews van Café Cosmétique

Kies je zonnecrème volgens je fototype

Dit artikel delen op
Sofie Albrecht
Sofie Albrecht